Marten Douwes Teenstra, schreef het boek, 'De negerslaven in de kolonie Suriname. H. Lagerweij, Dordrecht 1842'
Hij was één van de eerste Nederlanders die de slavernij afkeurde en openlijk schreef over de misstanden in de kolonie Suriname. Anne van Lieshout, student Geschiedenis aan de RUG, geeft een korte biografie van deze abolitionist.
Hoewel hij, net als zijn tijdgenoten, vond dat slaven tot een lager ras behoorden dat beschaving bijgebracht moest worden, was hij het niet met hen eens over de manier waarop dit moest gebeuren. In plaats van slaven op te voeden door ze te bekeren tot het christendom, vond Teenstra dat eerst de slavernij afgeschaft moest worden. Op die manier zouden deze christenen geen ‘mechanisch’ opgelegd geloof aangeleerd krijgen.
In zijn tijd was Teenstra omstreden. Niet omdat hij zijn afkeer voor de slavernij (openlijk) uitte, maar om de manier waarop hij dit deed. Op een hartstochtelijke en emotionele wijze beschreef hij in detail het dagelijks lijden van de tot slaaf gemaakten. Dit maakt het boek uniek in zijn soort. Zo omschrijft hij in zijn boek De vruchten mijner werkzaamheden gedurende mijne reize, over de Kaap de Goede Hoop, naar Java, en terug, over St. Helena, naar de Nederlanden uit 1828, zijn bezoek aan het de gevang- en strafplaatsen van de slaven in Kaap de Goede Hoop:
[D]it gevangenhuis verder ingaande, en deze hokken verder doordringende, werd mij het hart benaauwd op het hooren schreeuwen van eene meid, die men aan den, op het binnenplein staanden, geeselpaal vastgebonden had en aldaar, op verzoek van haren eigenaar, een pak gaf; een pak bestaat uit 39 slagen met een boschje van 5 à 6 dunne rottings of ook met een eind touw. Dit geschiedt op verzoek van den eigenaar, zonder eenig geregtelijk onderzoek.[2]
Zie het boek: De negerslaven in de kolonie Suriname
Reacties
Een reactie posten