De kleur van afkomst: Wat als je geschiedenis niet op je huid geschreven staat?
Wat gebeurt er als je als ogenschijnlijk wit persoon door het leven gaat, maar je familiegeschiedenis een ander verhaal vertelt? De Surinaamse grootmoeder van journalist en historicus Liesbeth Smit sprak nauwelijks over haar gemengde afkomst. Daardoor bleef het Surinaamse verleden van de familie grotendeels onbesproken, tot Liesbeth – met haar witte huid en blauwe ogen – zelf op zoek ging naar haar familieverleden in Suriname.
Naar aanleiding van haar nieuwste boek Aan ons is niets meer te zien, over Smits onzichtbare gemengde afkomst waarvan de wortels in het slavernijverleden in Suriname liggen, gaan we in De Balie in gesprek over de verzwegen bladzijden van ons koloniale verleden en de vaak moeizame zoektocht naar een persoonlijke familiegeschiedenis in Suriname.
Wat betekent het om Surinamer te zijn? Wie mag zichzelf een ‘Surinamer’ noemen? En welke plaats hebben mensen van gemengde afkomst en huidskleur in het Surinaamse heden en verleden.
Lees verder bij De Balie: ‘Je ziet er anders niet Surinaams uit'
Korte samenvatting
Larissa Biemond modereert een discussie over het hebben van een deels Surinaamse achtergrond en de invloed van familie, geschiedenis en omgeving op identiteit. Dit naar aanleiding van Liesbeth Smit boek "Aan ons is niets meer te zien", waarin ze haar zoektocht naar haar eigen, op het eerste gezicht onzichtbare, Surinaamse familiegeschiedenis beschrijft.
Een veelzijdige afkomst
De zoektocht van Liesbeth Smit
Liesbeth Smit deelt haar motivatie om haar familiegeschiedenis te onderzoeken, een zoektocht die begon na haar oma's overlijden en intensiever werd toen ze merkte dat de stilte rondom hun afkomst haar familie beïnvloedde. Ze ontdekte dat ze afstamt van zowel tot slaaf gemaakte vrouwen als koloniale voorvaderen, waaronder een Duitse plantersfamilie en een Nederlandse gouverneurssecretaris. Een bijzondere vondst is de foto van Elisa Kina Bergen uit 1869, een vrijgekochte tot slaaf gemaakte vrouw, wiens verhaal Liesbeth hielp om de levens van haar voorouders te reconstrueren. Door deze zoektocht is Liesbeth zichzelf nu voor het eerst serieus gaan zien als persoon van Surinaamse afkomst (PSA), een term die ze introduceert als een neutrale en inclusieve omschrijving.
De complexiteit van "wit privilege" en identiteit
Anne-Fay Kops reflecteert op haar eigen ervaringen met "wit privilege" en de kritiek die ze ontving toen ze haar Surinaamse wortels onderzocht en deelde. Ze worstelde met de vraag of ze wel "recht van spreken" had, gezien haar lichte huidskleur. Desondanks koos ze ervoor om haar onderzoek door te zetten, vanuit de overtuiging dat het juist een vorm van privilege zou zijn om zich niet te verdiepen in haar Surinaamse kant. De discussie benadrukt dat de Surinaamse geschiedenis complex is en verder gaat dan huidskleur, en dat ook onzichtbare geschiedenissen diep geworteld kunnen zijn in iemands identiteit.