In de slaventijd waren er zwarte mensen die een vooraanstaande positie hadden in Suriname. Dat blijkt uit het onderzoek 'Een ongekende elite; De opkomst van een gekleurde elite in koloniaal Suriname 1800-1863’ waarop Ellen Neslo in november 2016 promoveerde. In een volle zaal van het Amsterdam Museum vertelde zij afgelopen zondag 19 februari over haar onderzoek.
Dat deed ze bij het schilderij 'Jacoba Pauline Huizum', een werk van de Surinaamse kunstenaar Ken Doorson, dat een ander beeld werpt op de positie van zwarte mensen vóór de afschaffing van de slavernij. (Bron Amsterdams Museum)
Maatschappelijke indeling van niet-Witte personen tijdens de slavernijperiode in Suriname
Bron: Een ongekende elite. Het proefschrift is de downloaden bij dspace.library.uu.nl
Lees ook het verhaal van Maria vlier, een vrouw die tot de gekleurde elite behoorde.
Maria Vlier
Maria Vlier schreef het eerste Surinaamse lesboek over de geschiedenis van het land. Zowel bij haar dood in 1908 als bij haar honderdste geboortedag in 1928 besteedden Surinaamse kranten aandacht aan Maria Vlier. Haar verdiensten voor de geschiedschrijving van haar geboorteland – met name ten behoeve van de jeugd – en het onderwijs in het algemeen, werden uitgebreid geroemd.
Toch onderging Maria Vlier hetzelfde lot dat vele leden van de gekleurde elite van Paramaribo overkwam: na verloop van tijd werd ze niet meer als zodanig herkend en ging men er klakkeloos vanuit dat ze van Nederlandse komaf was. Het Koloniaal Nieuws- en Advertentieblad Suriname schrijft in 1928 dat haar ouders uit Europa afkomstig waren.
Zelfs Anton de Kom schijnt niet meer geweten te hebben wie er achter de naam Vlier schuilging, gezien de manier waarop hij haar naam in zijn boek Wij slaven van Suriname uit 1934, weergeeft als ‘Mej. M.L.E. v.d. [sic] Vlier’.
Lees verder: Vlier, Maria Louisa Elisabeth (1828-1908)
Reacties
Een reactie posten