Surinamers en Antillianen in verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog

Met de klok mee: Anton de Kom, Lou Lichtveld, Leo Lashley, Adolf Wong, Elsa Graneveldt, Boy Ecury, Thelma Ester Polak, George Maduro, Elisabeth Bergen, Johnny Mauricio en Albert Wittenberg

Volgens het verzetsmuseum.was het aandeel Surinaamse en Antilliaanse verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief hoog. Hoewel exacte cijfers ontbreken, wijzen bronnen erop dat deze groepen, mede door hun studentenachtergrond en de directe impact van het racistische nazi-regime, bovengemiddeld actief waren in het verzet.  Ter gelegenheid van 4 en 5 mei de verhalen van twaalf personen van Surinaamse en Caribische afkomst die zich op uiteenlopende manieren hebben verzet tegen de Duitse bezetting.

Anton de Kom (Suriname)

Cornelis Gerhard Anton de Kom (1898-1945)

Anton de Kom was een Surinaamse schrijver en actief verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn boek Wij slaven van Suriname is een belangrijk werk in de strijd tegen kolonialisme. Na de Duitse inval in Nederland sloot hij zich aan bij het communistische verzet en schreef voor verzetsbladen. In 1944 werd hij gearresteerd en naar verschillende concentratiekampen gedeporteerd, waar hij op 24 april 1945 overleed in Kamp Sandbostel, een buitenkamp van Neuengamme.

Na de oorlog werd Anton de Kom postuum geëerd voor zijn verzetsdaden, onder andere met het Verzetsherdenkingskruis. In 1960 werden zijn stoffelijke resten hergevonden en herbegraven op de erebegraafplaats in Loenen. Zijn naam leeft voort in de Anton de Komstraat in Paramaribo, de Anton de Kom Universiteit en een standbeeld in Amsterdam-Zuidoost.
 

George Maduro (Curaçao)

 George John Lionel Maduro (1916-1945)
George Maduro was een Curaçaos-Nederlandse student en officier die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog onderscheidde in de Slag om de Residentie. Hij was betrokken bij de verovering van de Duitse stelling bij Villa Leeuwenbergh in 1940 en weigerde de Jodenster te dragen, waarna hij onderdook. Na zijn arrestatie door de Gestapo en gevangenschap in Dachau, overleed hij vlak voor de bevrijding van het kamp in 1945.  Maduro werd postuum onderscheiden met de Militaire Willems-Orde en het Verzetsherdenkingskruis. Het miniatuurstadje Madurodam in Den Haag, geopend in 1952, is naar hem vernoemd als monument voor zijn moed. In 2016 werd zijn 100ste geboortedag herdacht, en in 2018 werd een brug in Amsterdam naar hem genoemd.

Elisabeth Bergen (Suriname)

Betty Jorissen-Bergen (1905, Suriname – 1983, Amsterdam)
Elisabeth Margaretha Bergen geboren in Suriname, was een Nederlandse verpleegkundige en verzetsstrijder. Na het overlijden van haar man in 1940, nam ze negen Joodse onderduikers op in haar huis in Amsterdam, waaronder drie jonge kinderen. Ze creëerde een geheime vluchtweg voor hen, maar werd in juni 1944 verraden. Ze werd gedeporteerd naar concentratiekampen, waaronder Vught, Ravensbrück en Dachau, waar ze werkte in de ziekenboeg. Bij de bevrijding op 29 april 1945 keerde ze terug naar Nederland. Na de oorlog hertrouwde ze met Wim Jorissen en bleef actief in het sociale werk. In 2017 werd een monument aan haar en andere slachtoffers onthuld in Amsterdam.
 

Boy Ecury (Aruba)


Boy Ecury (1922, Oranjestad – 1944, Den Haag)
Boy Ecury, geboren in Aruba, kwam in 1937 naar Nederland voor zijn opleiding. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voegde hij zich al snel bij het verzet, waar hij betrokken was bij sabotageacties, het helpen van onderduikers en het aanslaan van Duitse vrachtauto's met brandbommen. Na de arrestatie van zijn vriend Luis de Lannoy probeerde hij tevergeefs verzetsleden uit de gevangenis te bevrijden. In 1944 werd Ecury verraden en op 6 november geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte.

Ecury werd postuum geëerd met de toekenning van het Verzetsherdenkingskruis in 1984. Er zijn verschillende straatnamen en monumenten naar hem vernoemd, waaronder de Boy Ecuryweg op Curaçao en een standbeeld in Oranjestad. Ook in Nederland wordt zijn naam herdacht, bijvoorbeeld met een straat in Oisterwijk en een brug in Amsterdam. In 2003 verscheen een film over zijn leven.

 

Lou Lichtveld (Suriname)

Albert Helman (1903, Paramaribo – 1996, Amsterdam)
Lodewijk Lichtveld, beter bekend als Albert Helman, was schrijver, componist en politiek activist. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij ondergedoken en werkte hij actief in het verzet: hij vervalste persoonsbewijzen, schreef illegale gedichten en pamfletten, en verzette zich openlijk tegen de Kultuurkamer. Als redactielid van het illegale blad Vrije Kunstenaar nam hij in 1944 de rol van Gerrit van der Veen over. Na de oorlog keerde hij terug naar Suriname, werd minister, en werkte later als diplomaat. Helman bleef tot op hoge leeftijd schrijven en overleed in Amsterdam op 92-jarige leeftijd.

 

Elsa Graneveldt (Curaçao)

Elsa Graneveldt (Curaçao, 1917 – 2012)
Kwam vanuit Curaçao naar Nederland om vroedvrouw te worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze verpleegkundige in het Sophia Ziekenhuis in Zwolle, waar ze zich aansloot bij het verzet. Ze bracht geheime berichten over, verstopte onderduikers en hielp Joodse patiënten te verbergen. Door haar overtuigingskracht wist ze de Duitsers te misleiden en patiënten onopgemerkt te verplaatsen of te ontslaan.

Elsa was ook actief in de Antilliaanse studentenvereniging Kolonia Kòrsou na Hulanda, die werd opgericht om de Antilliaanse studenten in Nederland te steunen tijdens de oorlog.  


Leo Lashley (Suriname)

Leo Lashley (1903- 1980)
Geboren in Suriname, oogarts in Rotterdam en voorzitter van de Rotterdamsche artsenvereniging. Verzette zich tegen de nazi’s door te weigeren toe te treden tot de nazistische Artsenkamer, hielp onderduikers en smokkelde voedsel met zijn auto. In de Breepleinkerk zorgde hij samen met anderen voor drie Joodse gezinnen die achter het orgel verborgen zaten. Toen een van de onderduiksters moest bevallen, leidde hij – zonder ervaring – succesvol de bevalling. Na de oorlog blijft Leo nog kort actief in het Surinaamse verenigingsleven in Rotterdam. Hij vertrekt uiteindelijk met zijn gezin naar Curaçao.  In 1980 overlijdt Leo Lashley op Curaçao. In 2016 werd een straat in Rotterdam naar hem vernoemd.

Johnny Mauricio (Curaçao)

Johnny Mauricio (Curaçao, 1920 – ?)
Antilliaans student en verzetsman. Kwam in 1937 naar Nederland en studeerde aan het Amsterdams Lyceum. In oktober 1944 dook hij onder om aan verplichte tewerkstelling in Duitsland te ontsnappen. Begin 1945 gearresteerd en via het Oranjehotel naar het kamp Nordbögge bij Hamm (Duitsland) gedeporteerd. Daar werd hij mishandeld, maar wist te ontsnappen. Na dagen in de bossen sloot hij zich aan bij geallieerde troepen en fungeerde als tolk bij hun opmars. Hij raakte gewond bij gevechten nabij Maagdenburg. Mauricio was medeoprichter en secretaris van de Antilliaanse studentenvereniging Kolonia Kòrsou na Hulanda, een netwerk van studenten die tijdens de oorlog in onderling contact bleven ondanks het verbod op bijeenkomsten. In oktober 1945 keerde hij terug naar de Antillen. 


Adolf Wong (Suriname)

 

Dr. Adolf Benjamin John Wong Lun Hing (1889–1947)
Geboren in Paramaribo uit een Chinees-Surinaamse familie. Vestigde zich in 1916 als huisarts in Roermond, waar hij uitgroeide tot een geliefd arts met een drukbezochte praktijk aan de Swalmerstraat. Vanaf 1943 actief in het verzet: hij verleende medische hulp aan geallieerde piloten, onderduikers en Joden, en vervoerde mensen via verzetsroutes over de grens. In januari 1945 werd hij gearresteerd, maar zijn zoon nam zijn plaats in. Dr. Wong overleed in 1947 en ligt begraven op het Oude Kerkhof in Roermond.

 

Thelma Ester Polak (Saba)


Thelma Esther Polak (1920–1943)Geboren op 29 december 1920 op Saba. Dochter van arts Maurice Polak en Estelle Arrias-Polak. Verhuisde in de jaren ’30 met haar familie naar Amsterdam. Tijdens de oorlog werkte zij als leerling-verpleegster in Het Apeldoornse Bos, een Joodse psychiatrische inrichting. Ze kreeg dat het verpleegtehuis de volgende dag “zou worden gezuiverd van joden”, maar ze besloot niet te vluchten. Toen de patiënten op 21 januari 1943 werden gedeporteerd, meldde zij zich vrijwillig om hen te begeleiden.  Ze werd via Westerbork naar Sobibor gebracht en daar op 5 maart 1943 vermoord, samen met haar man Izak Cohen, met wie ze kort daarvoor in het kamp was getrouwd. In 2021 is er een plaquette ter nagedachtenis aan Polak geplaatst op de Tweede Wereldoorlog-herdenkingsplaats in The Bottom op Saba.

 

Albert Wittenberg (Suriname)

Albert Leonard Wittenberg (1909–1945)
Surinaams verzetsstrijder, geboren op 14 april 1909 in Paramaribo. In Amsterdam sloot hij zich aan bij de Communistische Partij en de Bond van Surinaamse Arbeiders. Tijdens de Duitse bezetting was hij actief in het verzet en hielp onderduikers, waaronder een Joods babymeisje dat hij met zijn vrouw als eigen kind opvoedde. Wittenberg werd op 10 juni 1944 gearresteerd en opgesloten in Vught, later gedeporteerd naar Sachsenhausen en Neuengamme. Op 13 april 1945 werd hij samen met ruim duizend andere gevangenen vermoord bij de massamoord van Gardelegen. In 2011 werd hij postuum geëerd als Rechtvaardige onder de Volkeren. In 2020 werd in Amsterdam het Albert Wittenbergplantsoen naar hem vernoemd.
 

Charles Lu-A-Si (Suriname)

 

Charles Desiré Lu-A-Si (1911–1942)
Geboren in Paramaribo, Suriname. Afro-Surinaamse en Chinese afkomst. Woonde in Amsterdam, waar hij actief was als CPN-lid, elektricien en slagwerker. Medeorganisator van de Februaristaking van 1941 en betrokken bij het communistisch verzet. Onder zijn bijnaam ‘Shanghai Express’ verspreidde hij illegale pamfletten. Gearresteerd op 25 juni 1941 en via meerdere kampen uiteindelijk in Auschwitz beland, waar hij op 15 november 1942 overleed aan martelingen.

 

Surinamers en Antillianen in Amsterdam, kort na de bevrijding in 1945

@Afbeelding uit serie Vergeten helden

Uit de kleine Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag sloten relatief veel mensen zich aan bij het verzet tegen de Duitse bezetter.

 

Lees ook: Vergeten helden: Hoe Surinamers, Antillianen en Zwarte Amerikanen vochten in Tweede Wereldoorlog



Reacties