Vergeten geschiedenis: Javaanse contractarbeid ontrafeld
Op 8 september vulde de zaal in De Bali zich voor een diepgaand en essentieel panelgesprek over de Javanse contractarbeid. Dit onderwerp raakt aan de kern van de Nederlandse koloniale geschiedenis en de hedendaagse roep om erkenning, genoegdoening en herstel.
Onder leiding van moderator Stuart Kenshuis – journalist en historicus met focus op het koloniale verleden – bogen vier bijzondere gasten zich over deze vaak onbekende geschiedenis.
Het Panel: Experts in Geschiedenis, Erfgoed en Traumaverwerking
De sprekers, die elk vanuit hun eigen expertise en ervaring bijdroegen, werden geïntroduceerd:
- Hariëtte Mingoen: Ontwikkelingssocioloog, onderzoeker en publicist. Als voorzitter van STICHJI (Stichting Herdenking Javaanse Immigratie) en met bijna 40 jaar inzet, combineert ze grass-roots betrokkenheid met lobbywerk voor de zichtbaarheid en het cultureel erfgoed van de Javaans-Surinaamse diaspora.
- Reggie Baay: Schrijver en historicus, bekend van werken als Daar werd wat gruwelijks verricht en recentelijk De contractarbeiders van Deli. Zijn werk gaat over het (verborgen) Nederlandse koloniale verleden en de impact op huidige generaties.
- Emillio Kertokarijo: Coördinerend museumdocent bij het Wereldmuseum Amsterdam. Met zijn Javaans-Surinaamse achtergrond maakt hij complexe thema’s als slavernij, migratie en systemisch onrecht toegankelijk. Hij is tevens ritueel-specialist in het cultureel Javaans huwelijk.
- Monique Koosman: Coach, therapeut en trainer. Als derde generatie nazaat van Javaanse contractarbeiders, geeft zij woorden aan de stilte, met een focus op de impact van traumatische ervaringen op thema’s als identiteit, rouw en verlies.
De Kernvraag: Verantwoordelijkheid en zichtbaarheid
Tussen 1890 en 1930 werden duizenden Javanen onder zware omstandigheden vanuit hun geboorteland Indonesië naar de Surinaamse plantages gebracht. Hun verhalen onthullen een complex samenspel van hoop, uitbuiting en enorm doorzettingsvermogen.
De centrale vraag van de avond luidde: Welke verantwoordelijkheid draagt Nederland in de erkenning en genoegdoening voor deze vergeten bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis?
De Doorwerking van een Koloniaal Systeem
De discussie, gestart met Hariëtte Mingoen, bracht direct de problematiek van onzichtbaarheid en ongelijke behandeling in Nederland aan het licht.
Mingoen stelde dat de onbekendheid deels te verklaren is vanuit de koloniale hiërarchie in Nederlands-Indië, waar Javanen als 'Wong Chile' (laagste sociale klasse, alleen goed voor arbeid) werden gezien. Dit koloniale 'drielagsysteem' werkt volgens haar nog steeds door, wat leidt tot een ongelijke behandeling van hun geschiedenis vergeleken met die van Indische en Molukse Nederlanders.
Een pijnlijk gevolg hiervan was de onzorgvuldige registratie. Namen en leeftijden werden veranderd om aan quota's te voldoen. Later werden door ambtenaren willekeurig familienamen bedacht, wat tot op de dag van vandaag resulteert in traumatische ervaringen en identiteitsproblemen bij nazaten. Een aanwezige in het publiek deelde haar persoonlijke strijd om uit te leggen dat zij geen Indonesische, maar een Javaans-Surinaamse achtergrond heeft, wat de onduidelijkheid onder het brede publiek illustreert.
Een Monument voor Erkenning: 'Meer dan een nummer'
Hariëtte Mingoen lichtte haar meest recente project toe: 'Meer dan een nummer'. Dit werk leidde tot de restauratie van 20 verwaarloosde graven van contractarbeiders in Sint-Michielsgestel. Het hoogtepunt was de onthulling van een monument ter nagedachtenis aan alle Javanse contractarbeiders die in Nederland het leven lieten en begraven liggen. Dit monument dient als een broodnodige, collectieve herdenkingsplek.
Contractarbeid als Opvolger van Slavernij
Historicus Reggie Baay benadrukte dat de term 'contractarbeid' misleidend is. Het was een "wat lossere manier" om de afgeschafte slavernij te vervangen.
Hij wees op de cruciale rol van de Nederlandse Handel-Maatschappij (NHM) – de voorloper van de ABN Amro – die in 1890 de eerste Javanen naar Suriname bracht. Dit onderstreept de directe financiële en logistieke betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven en de overheid bij dit uitbuitingssysteem.
Eerbetoon en Toekomstplannen
Aan het einde van zijn introductie vroeg moderator Stuart Kenshuis om een staande ovatie voor de activisten en wetenschappers die de weg hebben geëffend voor dit soort debatten, door het vraagstuk van de trans-Atlantische slavernij op de politieke agenda te plaatsen. Een speciaal en warm applaus was er voor de 92-jarige Dr. Humphrey Lamur, die in de zaal aanwezig was.
De gesprekken zullen niet stoppen. Hariëtte Mingoen meldde dat ze met het Collectief Contractarbeid (vertegenwoordigers uit de Hindoestaanse, Chinese en Javanse gemeenschap) werkt aan een agenda voor de toekomst. De eerstvolgende stap is een project in Den Haag dat zich richt op gesprekken over intergenerationeel trauma binnen de gemeenschap.